V&A 25-002 Fiscale mogelijkheden invoeren nieuwe premieregeling met progressieve premiestaffel na 1 juli 2023

Publicatiedatum 27-01-2025

Dit V&A 25-002 behandelt de vraag of het na het invoeren van de WTP per 1 juli 2023 binnen de fiscale pensioenregels nog mogelijk is om een nieuwe premieregeling in te voeren met een met de leeftijd oplopend premiepercentage.

Inleiding

Na de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen (WTP) is de hoofdregel dat pensioenopbouw plaatsvindt in een premieregeling op basis van een vaste, leeftijdsonafhankelijke premie. In artikel 18a van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) is deze premie gemaximeerd op een vast en leeftijdsonafhankelijk percentage voor de toepassing van de fiscale faciliteit bij de pensioenopbouw. In artikel 38r Wet LB is onder voorwaarden eerbiedigende werking opgenomen voor pensioenregelingen met pensioenopbouw in een premieregeling met een progressieve premiestaffel of in een bij een verzekeraar ondergebrachte uitkeringsovereenkomst met een met de leeftijd oplopend premiepercentage. Deze eerbiedigende werking geldt echter alleen voor  op 30 juni 2023 bestaande pensioenregelingen die aan de in artikel 38r Wet LB gestelde voorwaarden voldoen.

Vraag

In artikel 18a, eerste lid, Wet LB is de vaste, leeftijdsonafhankelijke premie per dienstjaar voor een ouderdomspensioen en een partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum gemaximeerd op 30% van de pensioengrondslag. Is het desondanks binnen de fiscale pensioenregels nog mogelijk om een nieuwe premieregeling in te voeren met een leeftijdsafhankelijke progressieve premiestaffel?

Antwoord

Ja, binnen de fiscale pensioenregels is het ook na het invoeren van de WTP mogelijk om een nieuwe premieregeling in te voeren met een leeftijdsafhankelijke progressieve premiestaffel. Voorwaarde is dan wel dat het hoogste premiepercentage van de premiestaffel niet hoger is dan het maximale premiepercentage van artikel 18a, eerste lid, Wet LB.