Vervallen V&A 19-008 Vervroegen ingangsdatum pensioenuitkeringen en AOW-leeftijd in 2025 d.d. 171219
Publicatiedatum 17-12-2019
Vervallen
Dit V&A is d.d. 14 februari 2024 vervallen.
Dit V&A 19-008 behandelt de vraag van welke voor 2025 geldende AOW-leeftijd kan worden uitgegaan voor de periode van vijf jaar vóór de AOW-leeftijd waarin de pensioenuitkeringen vervroegd kunnen ingaan terwijl de werknemer doorwerkt.
Inleiding
Volgens de fiscale regels moet een werknemer die zijn ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk in laat gaan vóór de in de regeling opgenomen pensioendatum of richtleeftijd, het arbeidzame leven naar evenredigheid beëindigen (zie ook V&A 08-014). In onderdeel 6 van het besluit van 11 december 2018, nr. 2018-28514 (Verzamelbesluit pensioenen) is echter een tegemoetkoming opgenomen voor situaties waarin het pensioen vervroegd ingaat op of na de datum waarop de werknemer de leeftijd bereikt die vijf jaar lager is dan de voor de werknemer geldende AOW-leeftijd. In dat geval wordt niet getoetst of de werknemer het arbeidzame leven (naar evenredigheid) heeft beëindigd.
Vraag
Werknemer A (geboren op 1 december 1958) wil de uitkeringen van het ouderdomspensioen op zijn 62ste verjaardag (1 december 2020) vervroegd laten ingaan. Werknemer A wil blijven werken na de vervroegde ingang van de pensioenuitkeringen. Hij wil gebruik maken van de tegemoetkoming van onderdeel 6 van het Verzamelbesluit pensioenen.
Kan Werknemer A op 1 december 2020 gebruik maken van de tegemoetkoming van onderdeel 6 van het Verzamelbesluit pensioenen?
Antwoord
Ja, Werknemer A kan op 1 december 2020 gebruik maken van de tegemoetkoming van onderdeel 6 van het Verzamelbesluit pensioenen.
Volgens de Mededeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 november 2019, nr. 2019-0000151155 zal de AOW-leeftijd in 2025 67 jaar en drie maanden zijn. In de brief van 1 november 2019 (kamerstuk 32 163, nr. 48) heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid echter aangegeven dat de AOW-leeftijd na het verwerken van de in het pensioenakkoord van 5 juni 2019 over de AOW-leeftijd gemaakte afspraken, ook in 2025 op 67 jaar zal worden vastgesteld.
Op de beoogde vervroegde ingangsdatum van de pensioenuitkeringen is Werknemer A 62 jaar. Bij de vervroegde ingang van het pensioen heeft hij dus de leeftijd bereikt die vijf jaar lager is dan de voor de hem geldende AOW-leeftijd. Werknemer A voldoet bij de vervroegde ingang van de pensioenuitkeringen aan de voorwaarden van de tegemoetkoming van onderdeel 6 van het Verzamelbesluit pensioenen.