Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 05-003 Levensloopverlofkorting voor aanspraken opgebouwd in een verlofspaarregeling d.d. 011121

Belangrijk!  Vervallen

Dit V&A is vervallen omdat het overgangsrecht voor levensloopregelingen per 1 januari 2022 is geƫindigd.

Dit V&A 05-003 behandelt de vraag of er recht bestaat op de levensloopverlofkorting voor de jaren waarin het saldo van de verlofspaarregeling is opgebouwd.

Vraag

Het saldo van een verlofspaarregeling wordt op grond van artikel 36a, tweede lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 per 1 januari 2006 aangemerkt als een aanspraak opgebouwd ingevolge een levensloopregeling. Bestaat er voor de jaren waarin het saldo van de verlofspaarregeling is opgebouwd ook recht op de levensloopverlofkorting?

Antwoord

Nee, voor de jaren waarin het saldo van de verlofspaarregeling is opgebouwd bestaat geen recht op de levensloopverlofkorting. Er bestaat alleen recht op levensloopverlofkorting voor ieder kalenderjaar waarin in de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2011 is gespaard in een levensloopregeling.

Let op!  Let op!

Volgens het per 1 januari 2021 aangepaste overgangsrecht voor levensloopregelingen is op 1 november 2021 de waarde in het economisch verkeer van de nog aanwezige levensloopaanspraak, zonder toepassing van de standaardloonheffingskorting, aangemerkt als loon uit tegenwoordige arbeid van de (gewezen) werknemer. Indien de (gewezen) werknemer op 1 januari 2021 61 jaar of ouder was, is de aanspraak echter aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De uitvoerder van de levensloopregeling is ter zake van dat loon aangewezen als inhoudingsplichtige.

Nu levensloopaanspraken conform het bovenstaande zijn aangemerkt als loon, is het overgangsrecht van artikel 39d Wet LB, en daarmee de inhoud van dit V&A, feitelijk niet meer relevant. Formeel vervalt artikel 39d Wet LB per 1 januari 2022 (zie artikel VIIb van het Belastingplan 2012). Per die datum zal dit V&A ook vervallen.

Deel deze pagina

Op deze pagina