Vervallen V&A 05-028 Tijdstip schriftelijke verklaring werknemer over aanwezigheid en omvang van andere levenslooptegoeden d.d. 011121
Publicatiedatum 01-11-2021
Vervallen
Dit V&A is vervallen omdat het overgangsrecht voor levensloopregelingen per 1 januari 2022 is geƫindigd.
Dit V&A 05-028 behandelt de vraag of er een uiterste termijn geldt voor de jaarlijkse verklaring van de werknemer over de bij een andere werkgever opgebouwde levensloopaanspraken.
Vraag
Geldt er een uiterste termijn voor de jaarlijkse verklaring van de werknemer over de bij een andere werkgever opgebouwde levensloopaanspraken?
Antwoord
Bij deelname aan een levensloopregeling moet de werknemer schriftelijk aan de werkgever verklaren of hij nog andere levensloopaanspraken heeft. Als dit het geval is, moet de werknemer elk jaar schriftelijk verklaren wat de omvang van die aanspraken is op 1 januari (artikel 5.1, eerste lid, onderdeel d, Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (tekst 2011)).
Er is geen voorgeschreven termijn waarbinnen deze verklaring moet zijn gedaan. Maar het is in het belang van werkgever en werknemer dat de verklaring wordt gedaan voor de eerste storting in het nieuwe jaar. Als dit niet gebeurt, bestaat de mogelijkheid dat de storting in datzelfde kalenderjaar moet worden teruggedraaid. Als op 1 januari het maximum van de levensloopregeling is bereikt, is het niet mogelijk om in dat jaar nog bedragen te storten in de levensloopregeling.
Let op!
Volgens het per 1 januari 2021 aangepaste overgangsrecht voor levensloopregelingen is op 1 november 2021 de waarde in het economisch verkeer van de nog aanwezige levensloopaanspraak, zonder toepassing van de standaardloonheffingskorting, aangemerkt als loon uit tegenwoordige arbeid van de (gewezen) werknemer. Indien de (gewezen) werknemer op 1 januari 2021 61 jaar of ouder was, is de aanspraak echter aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De uitvoerder van de levensloopregeling is ter zake van dat loon aangewezen als inhoudingsplichtige.
Nu levensloopaanspraken conform het bovenstaande zijn aangemerkt als loon, is het overgangsrecht van artikel 39d Wet LB, en daarmee de inhoud van dit V&A, feitelijk niet meer relevant. Formeel vervalt artikel 39d Wet LB per 1 januari 2022 (zie artikel VIIb van het Belastingplan 2012). Per die datum zal dit V&A ook vervallen.