Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 06-005 Begrippen 'waarde van de polis' en 'premievrije waarde' van artikel 5.4, Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (tekst 2011) d.d. 011121

Belangrijk!  Vervallen

Dit V&A is vervallen omdat het overgangsrecht voor levensloopregelingen per 1 januari 2022 is geëindigd.

Dit V&A 06-005 behandelt de vraag wat moet worden verstaan onder de begrippen ‘waarde van de polis’ en ‘premievrije waarde’ van artikel 5.4 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (tekst 2011).

Vraag

In artikel 5.4 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (URLB) (tekst 2011) worden de begrippen ‘waarde van de polis’ en ‘premievrije waarde’ gebruikt. Wat moet hieronder worden verstaan?

Antwoord

Onder de in artikel 5.4 URLB (tekst 2011) gebruikte ‘waarde van de polis’ en de ‘premievrije waarde’ wordt verstaan het ten behoeve van de levensloopregeling op het loon ingehouden bedrag, vermeerderd met de daarop gekweekte inkomsten en de daarmee behaalde rendementen.

Let op!  Let op!

Volgens het per 1 januari 2021 aangepaste overgangsrecht voor levensloopregelingen is op 1 november 2021 de waarde in het economisch verkeer van de nog aanwezige levensloopaanspraak, zonder toepassing van de standaardloonheffingskorting, aangemerkt als loon uit tegenwoordige arbeid van de (gewezen) werknemer. Indien de (gewezen) werknemer op 1 januari 2021 61 jaar of ouder was, is de aanspraak echter aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De uitvoerder van de levensloopregeling is ter zake van dat loon aangewezen als inhoudingsplichtige.

Nu levensloopaanspraken conform het bovenstaande zijn aangemerkt als loon, is het overgangsrecht van artikel 39d Wet LB, en daarmee de inhoud van dit V&A, feitelijk niet meer relevant. Formeel vervalt artikel 39d Wet LB per 1 januari 2022 (zie artikel VIIb van het Belastingplan 2012). Per die datum zal dit V&A ook vervallen.

Deel deze pagina

Op deze pagina