Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 19-007 Negatieve marktrente oprenten ODV

Dit V&A 19-007 behandelt de vraag of ingeval van een negatieve marktrente voor het oprenten van een ODV uitgegaan moet worden van dat negatieve rentepercentage.

Inleiding

In artikel 38p van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) zijn de fiscale voorwaarden opgenomen voor de uitvoering van een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). Het eerste lid van artikel 38p Wet LB bepaalt dat de ODV jaarlijks moet worden verhoogd met een bij ministeriële regeling bepaalde marktrente. De voor de oprenting van de ODV te gebruiken marktrente is opgenomen in artikel 12.3a van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (URLB). Deze marktrente is het rekenkundig gemiddelde van de maandelijks door het Data Analytics Center (voorheen: Centrum voor Verzekeringsstatistiek) van het Verbond van Verzekeraars gepubliceerde U-rendementen over de maanden van het voorafgaande kalenderjaar.

Vraag

Voor de oprenting van de ODV moet de marktrente van artikel 12.3a URLB worden gebruikt. Deze kan ook negatief zijn. Is het verplicht om de ODV dan op te renten met het negatieve marktrentepercentage?

Antwoord

Ja, als de marktrente van artikel 12.3a URLB negatief is, dan moet de ODV ook met dit negatieve percentage worden opgerent.

Artikel 38p, eerste lid, Wet LB bepaalt dat de ODV jaarlijks wordt verhoogd met de bij ministeriële regeling bepaalde marktrente. Fiscaal is het echter niet toegestaan om de oprenting van de ODV ingeval van een negatieve marktrente geheel of gedeeltelijk achterwege te laten. In dit geval moet ‘verhoogd’ namelijk algebraïsch worden opgevat. Dit volgt uit de tekst van artikel 38p, eerste lid, Wet LB en de toelichting op die bepaling. In de Memorie van Toelichting van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is hierover het volgende opgemerkt:

Het eerste lid van genoemd artikel 38p regelt dat een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting jaarlijks verplicht wordt verhoogd met een bij ministeriële regeling bepaalde marktrente. In deze ministeriële regeling zal worden aangesloten bij het zogenoemde U-rendement zoals dat maandelijks bekend wordt gemaakt door het Verbond van Verzekeraars.
(Kamerstukken 2016/17, 34 555, nr. 3, blz. 36).

Indien de marktrente van artikel 12.3a URLB negatief wordt vastgesteld, zal de verplichte oprenting van de ODV leiden tot een afname van de ODV. In de situatie dat de termijnen van de ODV reeds zijn ingegaan, zal de negatieve oprenting van de ODV een verlaging van de toekomstige ODV-termijnen tot gevolg hebben.

Bij het geheel of gedeeltelijk achterwege laten van de (negatieve) oprenting van de ODV wordt niet meer voldaan aan de fiscale voorwaarden zoals die gelden voor de ODV. In dat geval wordt de ODV fiscaal onzuiver. De waarde van de ODV wordt dan op grond van artikel 38p, vierde lid, Wet LB juncto artikel 19b Wet LB (tekst 2016) tot het loon uit een vroegere dienstbetrekking van de aanspraakgerechtigde gerekend. Bovendien zal de aanspraakgerechtigde dan revisierente verschuldigd zijn.

Deel deze pagina