V&A 21-009 Geërfd recht op ODV-termijnen aanwenden voor verkrijgen lijfrenteproduct door één van de erfgenamen
Dit V&A 21-009 behandelt de vraag of één van de erfgenamen het geërfde recht op de ODV-termijnen naar eigen keuze kan aanwenden voor de verkrijging van een lijfrenteproduct.
Inleiding
Een dga heeft het in eigen beheer verzekerde deel van de opgebouwde pensioenaanspraak omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). De dga overlijdt. Na het overlijden zijn meerdere erfgenamen gerechtigd tot de ODV-termijnen. Eén van die erfgenamen wil zijn deel van het geërfde recht op de ODV-termijnen aanwenden voor de verkrijging van een lijfrente, een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in de artikelen 3.125 en 3.126a van de Wet IB 2001 (lijfrenteproduct).
Vraag
Is het mogelijk dat één van de erfgenamen kiest om het geërfde recht op de ODV-termijnen aan te wenden voor een lijfrenteproduct?
Antwoord
Ja. In de situatie waarin na een overlijden van een ODV-gerechtigde, meerdere erfgenamen gerechtigd zijn geworden tot de ODV-termijnen, is sprake van evenzovele ODV’s. Elke individuele ODV-gerechtigde kan ervoor kiezen zijn/haar ODV aan te wenden voor de verkrijging van een lijfrenteproduct. Daaraan staat niet in de weg dat een andere ODV-gerechtigde daar op dat moment niet voor kiest.
Let op!
In het geval dat de ODV-termijnen al zijn ingegaan, gelden voor het aanwenden van de ODV voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct enkele voorwaarden (zie onderdeel 2.3 en 2.4 van het Verzamelbesluit pensioenen van 27 juni 2023, nr. 2023-13641).