Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 23-013 Variabele uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen na invoering van de Wet toekomst pensioenen

Dit V&A 23-013 behandelt de vraag of uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen na invoering van de Wet toekomst pensioenen in hoogte kunnen variëren.

Inleiding

Onder de werking van de Wet toekomst pensioenen (WTP) kunnen pensioenregelingen voorzien in jaarlijkse pensioenuitkeringen waarvan de hoogte afhankelijk is van de ontwikkeling van de levensverwachting, de behaalde sterfteresultaten en de behaalde beleggingsresultaten. Pensioenuitkeringen kunnen hierdoor in het nieuwe pensioenstelsel dus variabel zijn.

Vraag

Kunnen ook uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen onder de werking van de WTP variabel zijn en zo ja mogen die uitkeringen dan uitstijgen boven het laatstverdiende loon?

Antwoord

Ja, uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen kunnen onder de werking van de WTP in hoogte variëren. Tijdens de parlementaire behandeling is meerdere keren aangegeven dat uitkeringen uit een arbeidsongeschiktheidspensioen in het nieuwe stelsel een variabel karakter kunnen hebben (zie o.a. Memorie van toelichting, kamerstukken 36067, nr. 3, p. 60 + p. 354  en Nota naar aanleiding van het nader verslag, kamerstukken 36067, nr. 11, p. 4).

De variabele uitkering uit een arbeidsongeschiktheidspensioen kan ook op enig moment boven het laatstverdiende loon uitstijgen als dat het gevolg is van een aanpassing van de uitkering in verband met de ontwikkeling van de levensverwachting, de behaalde sterfteresultaten of de behaalde beleggingsresultaten. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat dan niet uit boven hetgeen naar maatschappelijke opvattingen redelijk is. Voorwaarde is wel dat er niet een arbeidsongeschiktheidspensioen wordt verzekerd waarvan de eerste uitkering al uitstijgt boven het laatstverdiende loon.

Deel deze pagina

Op deze pagina