Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 23-016 WTP en partnerpensioen dat vóór pensioendatum ingaat

Dit V&A 23-016 behandelt de vraag hoe het heffingsrecht ten aanzien van partnerpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum in een internationale situatie kan worden vastgesteld.

Vraag

Als gevolg van inwerkingtreding van Wet toekomst pensioenen (WTP) op 1 juli 2023 wordt een partnerpensioen bij overlijden voor de pensioendatum op risicobasis verzekerd (artikel 16 Pensioenwet).

Welke bepaling van een belastingverdrag is van toepassing op een partnerpensioen dat ingaat bij overlijden vóór de pensioendatum als de partner niet in Nederland woont en het pensioen in Nederland fiscaal gefaciliteerd is opgebouwd?

Antwoord

Onderscheid kan worden gemaakt tussen twee situaties:

1. De situatie waarbij de partner van de werknemer een partnerpensioen ontvangt. De heffingsbevoegdheid van dit partnerpensioen wordt voor de toepassing van een belastingverdrag vastgesteld aan de hand van de aard van laatste dienstbetrekking die de overleden werknemer heeft vervuld. Hetzij de equivalent van art. 18 OESO-modelverdrag (particulieren pensioenen) hetzij artikel 19 OESO-modelverdrag (overheidspensioen) is van toepassing. Dit volgt onder meer uit de uitspraak van rechtbank Zeeland-West-Brabant 13 maart 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:1185 (geen hoger beroep).

2. De situatie waarbij na de beëindiging van de dienstbetrekking het partnerpensioen vrijwillig wordt voortgezet ten laste van zijn pensioenkapitaal en de werknemer overlijdt vóór de pensioendatum.
In een dergelijke situatie wordt de systematiek toegepast zoals dat het geval zou zijn voor het ouderdomspensioen dat zou worden gehanteerd als de werknemer op de pensioendatum nog geleefd zou hebben.

Deel deze pagina