V&A 24-005 Premie voor op risicobasis verzekerde pensioenen niet voor een hoger ouderdomspensioen of partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum
Publicatiedatum 01-10-2024
Dit V&A behandelt de vraag of het mogelijk is een eventueel overschot aan risicopremies aan te wenden voor hoger ouderdomspensioen of partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum.
Inleiding
De in te leggen premie voor een ouderdomspensioen en een partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum bedraagt volgens artikel 18a, eerste lid van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) ten hoogste 30% van de pensioengrondslag. De premiegrens is exclusief kosten zoals administratiekosten en incasso- en excassokosten maar inclusief kosten voor vermogensbeheer en het afdekken van beleggingsrisico, zoals het kopen van een beleggingsgarantie. De premiegrens is ook exclusief risicopremies voor een partnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum, wezenpensioen, nabestaandenoverbruggingspensioen, arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Deze risicopremies mogen naast de premie van artikel 18a, eerste lid, Wet LB worden betaald en worden door sommige pensioenuitvoerders ondergebracht in een (risico)reserve.
Vraag
Is het fiscaal toegestaan om een (deel van de) risicopremie, al dan niet via een eventueel toekomstig overschot in de (risico)reserve, aan te wenden voor een verhoging van de aanspraken op ouderdomspensioen of partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum?
Antwoord
Nee, dit is fiscaal niet toegestaan. In onderdeel 7.1 van de Memorie van Toelichting (MvT) van de Wet toekomst pensioenen (Wtp), kamerstukken II 2021/2022, 36067, nr. 3, p. 141 is aangegeven dat vergoedingen voor kosten en de risicopremies niet aangewend kunnen worden voor hogere aanspraken op ouderdomspensioen of partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum. In hoofdstuk 11 van de MvT staat onder andere dat de betaalde risicopremie voor partnerpensioen dat ingaat bij overlijden voor pensioendatum geen waarde heeft als de deelnemer blijft leven. Een uitruil naar ouderdomspensioen is dus niet mogelijk omdat er met risicopremies geen kapitaal opgebouwd kan worden. Evenzo is het niet mogelijk een eventueel overschot in een uit risicopremies opgebouwde reserve toe te voegen aan kapitalen voor opgebouwde pensioenaanspraken. Een eventueel overschot aan risicopremie is mogelijk te voorkomen door periodiek een aangepaste premieberekening te maken. Doet zich toch een overschot voor dan kan dit worden verrekend met een lagere premiestelling in de toekomst.