Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 08-020 Stamrechtovereenkomst – Variabele termijnen d.d. 230913

Belangrijk!  Vervallen

Deze versie van het V&A  is vervangen door V& 08-020 d.d. 16 september 2015.

Vraag

Mogen de termijnen uit een stamrecht in hoogte variëren?

Antwoord

Ja, dat mag maar dan wel met van tevoren bepaalde, vaststaande bedragen.

De termijnen uit een stamrecht moeten periodieke uitkeringen zijn, er hoeft geen sprake te zijn van een lijfrente. Om van een periodieke uitkering te kunnen spreken hoeven de termijnen, anders dan bij een lijfrente, niet over de gehele periode vast en gelijkmatig te zijn. Het ontmoet dan ook geen bezwaar wanneer bij het ingaan van de termijnen wordt bepaald dat de termijnen zullen variëren, bijvoorbeeld vanwege te verwachten sociale uitkeringen of andere te verwachten inkomsten. Deze wijziging van de termijnen dient wel bij het ingaan van de termijnen te zijn vastgesteld. Men kan bijvoorbeeld in de stamrechtovereenkomst opnemen dat de termijnen de eerste 3 jaren € 6.000 bedragen en dat dit bedrag na 3 jaar omhoog gaat naar € 11.000 per jaar in verband met het wegvallen van het recht op een WW-uitkering of andere inkomsten.

Een uitkering waarvan de hoogte jaarlijks afhankelijk is van een onzekere sociale uitkering of andere onzekere inkomensbron is geen periodieke uitkering. Het stamrecht mag niet dat onzekere overige inkomen aanvullen tot een vooraf vastgesteld bedrag. Fiscaal is dus bijvoorbeeld niet toegestaan om een periodieke uitkering overeen te komen die het overige inkomen aanvult tot € 50.000 per jaar.

Het bovenstaande geldt op grond van artikel 11a, derde lid, van de Wet LB ook voor termijnen die worden uitgekeerd uit een tegoed van een stamrechtspaarrekening dan wel uit de waarde van een stamrechtbeleggingsrecht.

De inhoud van dit Vraag en Antwoord was eerder opgenomen in onderdeel 3 van het vervallen besluit CPP2002/896M (besluit van 27 november 2002).

Deel deze pagina