Vervallen V&A 08-071 Inkoop diensttijd buitenlandse werkgever buiten concernverband d.d. 171117
Publicatiedatum 17-11-2017
Vervallen
Deze versie van het Vraag & Antwoord is vervangen door Vraag & Antwoord 08-071 d.d. 18 juni 2021.
Vraag
Een werknemer heeft vóór 8 juli 1994 gewerkt bij een buitenlandse werkgever buiten concernverband en daar pensioen opgebouwd. De waarde van het bij de buitenlandse werkgever opgebouwde pensioen wordt overgedragen naar de pensioenregeling bij zijn huidige, Nederlandse werkgever. Waardeoverdracht naar de pensioenregeling van de Nederlandse werkgever vindt plaats tot een lager bedrag dan de waarde zou zijn geweest indien die dienstjaren bij de Nederlandse werkgever zouden zijn doorgebracht.
Kan de werknemer dit verschil inkopen in de pensioenregeling bij de Nederlandse werkgever?
Antwoord
Nee, dit is niet mogelijk op grond van artikel 10a, eerste of tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB). In artikel 10a, eerste lid, UBLB is het begrip diensttijd limitatief uitgewerkt. Buitenlandse diensttijd buiten concernverband wordt hierin niet genoemd. Ook artikel 10a, tweede lid, UBLB biedt geen mogelijkheid tot inkoop van het tekort. Artikel 10a, tweede lid, UBLB biedt de mogelijkheid dienstjaren in te kopen die vóór 8 juli 1994 bij vorige inhoudingsplichtigen in dienstbetrekking zijn doorgebracht. Deze inkoop van dienstjaren is mogelijk voor zover er feitelijk, afgemeten aan de actuele pensioenregeling, een pensioentekort aanwezig is als gevolg van het ontbreken van die dienstjaren. Bij deze berekening tellen alleen als buitenlandse dienstjaren mee de dienstjaren die vóór 8 juli 1994 in het buitenland bij een met de vorige inhoudingsplichtige verbonden lichaam zijn doorgebracht. Dienstjaren buiten concernverband komen dus niet in aanmerking.
De dienstjaren in het buitenland kunnen in dit geval alleen tot de waarde van het overgedragen pensioenkapitaal in aanmerking worden genomen. Zie voor een toelichting op dergelijke waardeoverdrachten onderdeel 2.3 van het besluit van 9 oktober 2015, nr. DGB2015/7010M.
Artikel 10a, eerste lid, onderdeel f, UBLB is op deze situatie niet van toepassing, aangezien de waardeoverdracht vanuit het buitenland geen overdracht is als bedoeld in de artikelen 71, 74, 75, 85 t/m 88 en 91 van de Pensioenwet. Het is dus ook langs deze weg niet mogelijk in een eindloonregeling rekening te houden met de werkelijk bij de buitenlandse werkgever doorgebrachte diensttijd. De door de Nederlandse pensioenuitvoerder toe te kennen pensioenrechten over de buitenlandse diensttijd zullen bij een eindloonregeling dus altijd beperkt blijven tot de fictieve dienstjaren die worden berekend op basis van het ontvangen pensioenkapitaal.
Een Vraag en Antwoord van vergelijkbare strekking was eerder opgenomen in onderdeel 4 van het vervallen besluit CPP2003/2794M (besluit van 22 april 2004).