Vervallen V&A 08-083 Prepensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid d.d. 110209
Publicatiedatum 11-02-2009
Vervallen
Dit Vraag & Antwoord is d.d. 17 november 2015 vervallen.
Vraag
Kan aan de verzekering van een prepensioen, zoals bedoeld in artikel 38a van de Wet LB (tekst 2004), een premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid worden toegevoegd?
Antwoord
Ja. In artikel 38a, tweede lid, onderdeel d, van de Wet LB (tekst 2004) is aangegeven dat een prepensioen per dienstjaar niet meer mag bedragen dan de aldaar aangegeven percentages. Het begrip dienstjaar respectievelijk diensttijd is uitgewerkt in artikel 10a van het UBLB. Onderdeel c van het eerste lid van dat artikel merkt als dienstjaren dan wel als diensttijd aan de periode gedurende welke de werknemer na onvrijwillig ontslag een loongerelateerde uitkering ontvangt. Door middel van de verzekering van de premievrijstelling bereikt de werknemer dat de voortgezette prepensioenopbouw voor rekening van de verzekeraar komt gedurende eventuele perioden van arbeidsongeschiktheid. Deze voortgezette prepensioenopbouw voor rekening van de verzekeraar kan dus alleen plaatsvinden zolang de werknemer een inkomensvervangende loongerelateerde uitkering ontvangt.
Let op!
Met het invoeren van de Wet VPL is er een einde gekomen aan de mogelijkheden om een prepensioen op te bouwen. Op grond van artikel 38b Wet LB blijft artikel 38a (tekst 2004) Wet LB van toepassing voor eerder opgebouwde aanspraken op prepensioen. Artikel 38d, tweede lid, Wet LB bevat overgangsrecht voor oudere werknemers. Voor werknemers die zijn geboren vóór 1 januari 1950 blijft artikel 38a van de Wet LB, zoals dat luidde op 31 december 2004, onder voorwaarden van toepassing. Alleen deze oudere werknemers die voldoen aan de voorwaarden van het overgangsrecht kunnen na het invoeren van de Wet VPL nog prepensioen opbouwen.
De inhoud van dit Vraag en Antwoord was eerder opgenomen in onderdeel 2 van het vervallen besluit CPP2004/244M (besluit van 8 juli 2004).