Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 15-002 Bepalen gemiddelde pensioengevend loon d.d. 110915

Belangrijk!  Vervallen

Deze versie van het Vraag & Antwoord is vervangen door Vraag & Antwoord 15-002 d.d. 26 oktober 2017.

Vraag

In een aantal gevallen moet men voor de toepassing van de artikelen 18a en 18e van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) het gemiddelde pensioengevend loon vaststellen. Dit kan problemen geven indien de gegevens over het genoten pensioengevend loon niet meer (volledig) beschikbaar zijn. Op grond van artikel 18g, tweede lid, onderdeel c, van de Wet LB juncto artikel 10ba van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB) is het mogelijk om het gemiddelde pensioengevend loon af te leiden van het op dat moment geldende pensioengevend loon.

Op welke wijze kan het gemiddelde pensioengevend loon worden afgeleid van het op dat moment geldende pensioengevend loon?

Antwoord

Voor zover het pensioengevend loon bestaat uit tot het regelmatig genoten loon behorende loonbestanddelen biedt artikel 10ba van het UBLB een praktisch handvat voor het bepalen van het gemiddelde pensioengevend loon. Het gemiddelde pensioengevend loon kan met behulp van de loopbaanontwikkeling van artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de Wet LB worden afgeleid van het op dat moment geldende pensioengevend loon. Voor de niet tot het regelmatige loon behorende loonbestanddelen mag alleen hetgeen daadwerkelijk is genoten in aanmerking worden genomen voor de berekening van het gemiddelde pensioengevend loon. Voor variabele loonbestanddelen geldt derhalve niet de hiervoor genoemde herleiding op basis van de wettelijke loopbaanontwikkeling. De berekening van het gemiddelde pensioengevend loon kan onder meer van belang zijn voor de toekenning van het 401/4-deelnemingsjarenpensioen.

Voor de berekening van het gemiddelde pensioengevend loon op grond van artikel 10ba van het UBLB wordt uitgegaan van de loopbaanontwikkeling van artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de Wet LB. Tot het bereiken van de 35-jarige leeftijd is de loopbaanontwikkeling 3% per jaar, voor de volgende 10 jaren is de jaarlijkse loopbaanontwikkeling 2% en voor de 10 daaropvolgende jaren 1% per jaar. Na het bereiken van 55-jarige leeftijd wordt geen loopbaanontwikkeling meer in aanmerking genomen. In de tabel in bijlage I bij dit Vraag & Antwoord is bij elke leeftijd onder de 55 jaar een loopbaanindexcijfer vermeld, uitgaande van een indexcijfer van 100 op 55-jarige leeftijd. Met behulp van deze indexcijfers kan men een forfaitaire terugrekenfactor bepalen. De terugrekenfactor bestaat uit een breuk met als teller het indexcijfer behorend bij de leeftijd van de werknemer op 1 juli van het kalenderjaar waarvoor men de omvang van het loon wil bepalen en als noemer het indexcijfer behorend bij de leeftijd van de werknemer op 1 juli van het kalenderjaar waarvan het (regelmatig) genoten loon als basis dient voor de berekening van het gemiddeld genoten loon.

Voorbeeld

Werknemer A wil in 2015 zijn gemiddelde pensioengevend loon bepalen voor de eerder bij Werkgever Z gewerkte jaren. De loongegevens over de eerder gewerkte jaren zijn niet volledig meer bekend. Werknemer A maakt gebruik van de mogelijkheid van artikel 10ba van het UBLB om het gemiddelde pensioengevend loon af te leiden van het op dat moment geldende pensioengevend loon.

Gegevens:
  • Werknemer A is op 1 juli 2015 46 jaar.
  • Werknemer A werkt vanaf 1 januari 1989 bij Werkgever Z.
  • Het pensioengevend loon van Werknemer A in 2015 is € 60.000. Dit bestaat voor € 55.000 uit tot het regelmatig genoten loon behorende loonbestanddelen. De resterende € 5.000 betreft variabel loon.
Vraag:

Wat is het gemiddelde pensioengevend loon van Werknemer A over de verstreken dienstjaren?

Uitwerking:

In de hierna opgenomen tabel is op basis van de in 2015 tot het regelmatig genoten pensioengevend loon behorende loonbestanddelen en de loopbaanontwikkeling van artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de Wet LB het in de voorgaande bij Werkgever Z gewerkte jaren gemiddeld genoten pensioengevend loon uitgewerkt.

jaar
leeftijd
percentage
loopbaan-ontwikkeling
loonbaan-
indexcijfer
regelmatig
genoten
pensioen-gevend
loon
2015 46 1 91,4330€ 55.000,00
2014 45 1 90,5287€ 54.456,03
2013 44 2 88,7536€ 53.388,25
2012 43 2 87,0144€ 52.342,06
2011 42 2 85,3072 € 51.315,13
2010 41 2 83,6445 € 50.314,96
2009 30 2 81,9946 € 49.322,49
2008 39 2 80,3869 € 48.355,40
2007 38 2 78,8107 € 47.407,27
2006 37 2 77,2654 € 46.477,72
2005 36 2 75,7504 € 45.566,39
2004 35 2 74,2651 € 44.672,94
2003 44 3 72,1020 € 43.371,76
2002 33 3 70,0019 € 42.108,48
2001 32 3 67,9631 € 40.882,07
2000 31 3 65,9835 € 39.691,28
1999 30 3 64,0617 € 38.535,25
1998 29 3 62,1958 € 37.412,85
1997 28 3 60,3843 € 36.323,17
1996 27 3 58,6255 € 35.265,19
1995 26 3 56,9180 € 34.238,08
1994 25 3 55,2602 € 33.240,85
1993 24 3 53,6507 € 32.272,69
1992 23 3 52,0880 € 31.332,67
1991 22 3 50,5709 € 30.420,08
1990 21 3 49,0980 € 29.534,09
1989 20 3 47,6679 € 28.673,83
Gemiddeld (regelmatig) genoten pensioengevend loon€ 41.923,00

Het bedrag van het gemiddelde (regelmatig) genoten pensioengevend loon van Werknemer A kan nog worden verhoogd met het gemiddelde van het in de eerder bij Werkgever Z gewerkte jaren daadwerkelijk genoten variabele pensioengevend loon.

Bijlage I: Tabel loopbaanindexcijfers

leeftijdloopbaanindexcijferpercentage loopbaan-
ontwikkeling
55 en ouder1000
5499,00991
5398,02961
5297,05901
5196,09801
5095,14661
4994,20451
4893,27181
4792,44831
4691,43301
4590,52871
4488,75362
4387,01442
4285,30722
4183,64452
3081,99462
3980,38692
3878,81072
3777,26542
3675,75042
3574,26512
3472,10203
3370,00193
3267,96313
3165,98353
3064,06173
2962,19583
2860,38433
2758,62553
2656,91803
2555,26023
2453,65073
2352,08803
2250,57093
2149,09803
2047,66793
1946,27953
1844,93163

Deel deze pagina