Vervallen V&A 18-010 AOW-franchises, voorlopige AOW-bedragen artikel 10aa UBLB en voorlopig bedrag maximum pensioengevend loon per 1 januari 2019 d.d. 261118
Publicatiedatum 26-11-2018
Vervallen
Deze versie van het Vraag & Antwoord is vervangen door Vraag & Antwoord 18-010 d.d. 28 november 2018.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 23 november 2018 de ‘Rekenregels vanaf 1 januari 2019’ gepubliceerd. In Bijlage II.1 bij de rekenregels zijn de bedragen van de AOW-uitkeringen per 1 januari 2019 opgenomen.
Op basis van de AOW-uitkeringen van Bijlage II.1 zijn de vanaf 1 januari 2019 geldende bedragen van de AOW-franchises voor de toepassing van artikel 18a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) berekend.
De AOW-bedragen van artikel 10aa van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (UBLB) en het maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB zijn op basis van de nu bekende gegevens voorlopig vastgesteld. Voor deze bedragen geldt uitdrukkelijk het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in of op basis van wet- en regelgeving.
AOW-franchises per 1 januari 2019 (bedragen in euro’s)
Enkelvoudig gehuwd | Gehuwd met maximale toeslag | Ongehuwd | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Middel loon | Eind loon | Middel loon | Eind loon | Middel loon | Eind loon | |
1 januari 2018 | 13.785 | 15.599 | 27.570 | 31.198 | 20.209 | 22.867 |
Voorlopige AOW-bedragen artikel 10aa UBLB per 1 januari 2019 (bedragen in euro’s)
Middelloon | Eindloon | ||||
---|---|---|---|---|---|
Indien bij een middelloonstelsel bij de toepassing van artikel 18a van de wet een percentage per dienstjaar wordt toegepast van | wordt het in artikel 18a, zevende lid, onderdeel a, eerste volzin, bedoelde bedrag vervangen door 75% van | Indien bij een eindloonstelsel bij de toepassing van artikel 18a van de wet een percentage per dienstjaar wordt toegepast van | wordt het in artikel 18a, zevende lid, onderdeel a, eerste volzin, bedoelde bedrag vervangen door 66,28% van | ||
meer dan | maar niet meer dan | meer dan | maar niet meer dan | ||
– | 1,701% | 11.008 | – | 1,483% | 12.456 |
1,701% | 1,788% | 12.426 | 1,483% | 1,570% | 14.060 |
Voor bovenvermelde voorlopige AOW-bedragen van artikel 10aa UBLB voor 2019 geldt nog wel het voorbehoud van de definitieve vaststelling van de bedragen in artikel 10aa UBLB.
Voorlopig bedrag maximum pensioengevend loon artikel 18ga Wet LB per 1 januari 2019
Het maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB per 1 januari 2019 is voorlopig vastgesteld op € 107.593. Dit bedrag is bepaald door het voor 2018 geldende maximum pensioengevend loon te vermenigvuldigen met de contractloonontwikkelingsfactor van artikel 10.2b, derde lid, van de Wet IB 2001. Voor de omvang van het in 2019 geldende maximum pensioengevend loon van artikel 18ga Wet LB geldt nog wel het voorbehoud van het bij ministeriële regeling definitief vast te stellen geldende maximum pensioengevend loon.