Vervallen Kennisgeving Vakbondscontributies en IKAP (kennisgeving van 9 maart 2004, nr. DGB2004/1265M)
Publicatiedatum 09-03-2004
Vervallen
Deze kennisgeving is ingetrokken in het besluit van 8 september 2008, nr. CPP2008/1727M.
Vakbondscontributies en IKAP
Kennisgeving van 9 maart 2004,
nr. DGB2004/1265M, Stcrt. 45
Circulaire
Aan: de ministers
Datum: 23 februari 2004
Kenmerk: PMR/AV 04/54049
Onderwerp: vakbondscontributies en IKAP
Doelstelling: informatie
Juridische grondslag: geen
Relaties met andere circulaires: PMR/AV 03/88312 d.d. 19 december 2003
In de IKAP-regeling rijkspersoneel (Besluit van 27 oktober 2003, nr. PMR/AV03/77702, Stcrt. nr. 211) zijn in artikel 6, tweede lid, letter h, de vakbondscontributies opgenomen als bestemmingsmogelijkheid waarvoor een belastingvrije vergoeding kan worden toegekend.
Bij Besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047M, heeft de Staatssecretaris van Financiën goedgekeurd dat onder bepaalde voorwaarden uitruil van beloningsbestanddelen mag plaatshebben zonder dat de uit die uitruil voortvloeiende verlaging van het fiscale loon leidt tot een verlaging van het pensioengevend loon. Als voorwaarde geldt onder meer dat door de uitruil van beloningsbestanddelen het verschil tussen het verlaagde pensioengevend loon en het oorspronkelijk pensioengevend loon niet meer dan 30% van het oorspronkelijk pensioengevend loon mag bedragen (de zgn. cafetariaruimte). Voorts worden in genoemd besluit de beloningsbestanddelen waarvoor de goedkeuring geldt limitatief opgesomd. In die opsomming komt de bestemmingsmogelijkheid vakbondscontributies niet voor.
Naar aanleiding van het opnemen van vakbondscontributies als bestemmingsmogelijkheid in de IKAP-regeling rijkspersoneel heeft de bevoegde inspecteur van de Belastingdienst Rijnmond/Kantoor Rotterdam meegedeeld dat de IKAP-regeling rijkspersoneel in zoverre voldoet aan de gestelde voorwaarden, dat bij een keuze van een individuele werknemer voor andere bestemmingen dan vakbondscontributies, die werknemer gebruik kan maken van de eerder genoemde cafetariaruimte van 30%. Kiest de individuele werknemer echter naast andere bestemmingen de vakbondscontributies als bestemming dan kan alleen voor die andere bestemmingen gebruik worden gemaakt van de cafetariaruimte van 30%. Dit betekent dat het opnemen van vakbondscontributies als bestemmingsmogelijkheid in de IKAP-regeling rijkspersoneel op zich geen gevolgen heeft voor de rechtmatigheid van die regeling, maar dat het gebruik van die bestemmingsmogelijkheid wel direct leidt tot verlaging van de pensioengrondslag van de betrokken ambtenaren.
Als naast vakbondscontributies ook andere bestemmingsmogelijkheden worden gekozen (pc, fiets enz.) leidt de keuze voor die andere bestemmingsmogelijkheden niet tot verlaging van de pensioengrondslag, zolang daarmee de cafetariaruimte van 30% niet wordt overschreden.
Voorbeeld
Een ambtenaar betaalt € 150 vakbondscontributie per jaar.
Hij wil hiervoor eenmalig een belastingvrije vergoeding ontvangen en ziet in ruil daarvoor af van een deel van zijn salaris.
Hierdoor wordt de pensioengrondslag (het bedrag waarover de pensioenuitkering wordt berekend) voor dat jaar met € 150 verlaagd en wordt de pensioenopbouw over dat kalenderjaar met 1,75% van € 150 = € 2,63 verlaagd. Indien de ambtenaar na pensionering gedurende 15 jaar ouderdomspensioen ontvangt zal gedurende die periode elk jaar € 2,63 (bruto) minder aan pensioen worden uitgekeerd. In totaal wordt (€ 2,63 x 15 =) € 39,45 (bruto) minder aan pensioen ontvangen.
De belastingbesparing die via IKAP wordt behaald bedraagt bij € 150 vakbondscontributie en een heffingspercentage van 42%, ongeveer € 63 (netto). Indien deze keuze gedurende meer jaren wordt gemaakt neemt de bruto pensioenvermindering naar evenredigheid toe. Hier staat echter tegenover dat elk jaar een netto belastingvoordeel wordt behaald.
De hiervoor omschreven verlaging van de pensioengrondslag en de daaruit voortvloeiende vermindering van de pensioenuitkering blijft achterwege als in ruil voor een belastingvrije vergoeding van vakbondscontributies wordt afgezien van een beloningsbestanddeel dat geen deel uitmaakt van de pensioengrondslag, zoals de vergoeding voor meer uren werken, bedoeld in artikel 3 van de IKAP-regeling rijkspersoneel of de vergoeding voor vermindering van de jaarlijkse aanspraak op vakantie, bedoeld in artikel 5 van die regeling.
Met de Centrales van Overheidspersoneel is afgesproken dat bij de keuze voor een belastingvrije vergoeding van vakbondscontributies geen beperking zal gelden met betrekking tot de in te zetten beloningsbestanddelen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze:
de directeur-generaal Management Openbare Dienst,
R.IJ.M. Kuipers.