Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 17-008 Aanwenden oudedagsverplichting voor lijfrente in uitkeringsfase d.d. 160922

Belangrijk!  Vervallen

Dit V&A is d.d. 14 februari 2024 vervallen.

Dit V&A 17-008 behandelt de vraag of een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting in de uitkeringsfase nog kan worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct.

Vraag

De in eigen beheer verzekerde pensioenaanspraak van een dga is omgezet in een aanspraak ingevolge een oudedagsverplichting (ODV). Volgens artikel 38p van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) kan de ODV tot de ingang van de ODV-termijnen worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrente, een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in de artikelen 3.125 en 3.126a van de Wet IB 2001 (lijfrenteproduct).

Kan de ODV ook in de uitkeringsfase nog worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct?

Antwoord

Ja, onder voorwaarden kan de ODV ook in de uitkeringsfase nog worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct.

In onderdeel 5.4 van het besluit van 11 december 2018, nr. 2018-28514 (Verzamelbesluit pensioenen) is goedgekeurd dat een ODV ook in de uitkeringsfase nog kan worden aangewend voor het verkrijgen van een lijfrenteproduct. Omdat het lijfrenteproduct moet voldoen aan de voorwaarden van de artikelen 3.125 en 3.126a van de Wet IB 2001 zou de ODV dan uiterlijk in het jaar waarin de dga de leeftijd bereikt die vijf jaar hoger is dan de voor die dga geldende AOW-leeftijd aangewend kunnen worden voor de aanschaf van een lijfrenteproduct waarvan de termijnen toekomen aan de dga. In het besluit van 22 juni 2022, nr. 2022-13302 is echter vooruitlopend op een voorgenomen wetswijziging goedgekeurd dat deze leeftijdsgrens voor de aankoop van een lijfrente niet van toepassing is indien de ODV wordt aangewend voor het  verkrijgen van een lijfrenteproduct.

Voor de voor deze goedkeuringen in acht te nemen voorwaarden wordt verwezen naar onderdeel 5.4 van het Verzamelbesluit pensioenen en het besluit van 22 juni 2022, nr. 2022-13302.

Deel deze pagina