Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 25-004 Aanpassen pensioenregeling aan premiestaffel met percentages vanaf leeftijd 68 jaar

Dit V&A 25-004 behandelt de vraag of een pensioenregeling met premiestaffels die doorlopen tot vijf jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd aangepast moet worden aan het gewijzigde Staffelbesluit pensioenen.

Inleiding

Het Staffelbesluit pensioenen van 26 juni 2023, nr. 2023-13825 is (aanvullend) gewijzigd bij besluit van 12 juni 2024, nr. 2024-10674. De premiestaffels in bijlagen IIV en VII zijn uitgebreid met premiepercentages voor werknemers die doorwerken nadat ze de leeftijd van 68 jaar hebben bereikt. De premiestaffels van het Staffelbesluit pensioenen bevatten nu premiepercentages tot ten hoogste het moment waarop de werknemer de leeftijd van vijf jaar na de AOW-leeftijd bereikt.

Vraag

Voor een pensioenregeling geldt het overgangsrecht van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB). De regeling is gebaseerd op één van de premiestaffels van het Staffelbesluit pensioenen zoals dat luidde vóór het in werking treden van het besluit van 12 juni 2024, nr. 2024-10674. Voor de pensioenopbouw van werknemers van 68 jaar en ouder wordt uitgegaan van het premiepercentage voor de leeftijdsklasse 65 tot en met 67 jaar. Mag na de wijziging van het Staffelbesluit pensioenen voor de werknemers van 68 jaar en ouder nog steeds het premiepercentage voor de leeftijdsklasse 65 tot en met 67 jaar worden toegepast?

Antwoord

Ja, na de wijziging van het Staffelbesluit pensioenen mag tijdelijk voor de werknemers van 68 jaar en ouder nog steeds het premiepercentage voor de leeftijdsklasse 65 tot en met 67 jaar worden toegepast. Voor het aanpassen van de pensioenregeling aan de gewijzigde premiestaffels van het Staffelbesluit pensioenen geldt een overgangsperiode. Deze overgangsperiode eindigt op het moment dat de pensioenregeling op één of meer (andere) punten wordt aangepast, bijvoorbeeld op de eerstvolgende contractvervaldatum, na het einde van de tariefgarantie, bij de aanpassing van de pensioentoezegging of een aanpassing aan de kaders van de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Wanneer gebruik gemaakt wordt van de aanwijzing van onderdeel 6.2. van het Staffelbesluit pensioenen is een herijking van de staffels in ieder geval nodig na een periode van maximaal 5 jaar. Dit volgt uit voorwaarde b van bijlage V van het Staffelbesluit pensioenen.

Toelichting

In het Staffelbesluit pensioenen zoals dat luidde op 27 juni 2024 (de dag voorafgaand aan in werking treden van de nadere wijzigingen van het besluit van 12 juni 2024, nr. 2024-10674) zijn pensioenregelingen die gebruik maken van de premiestaffels van bijlagen I, IV of VII onder voorwaarden aangewezen als een pensioenregeling in de zin van hoofdstuk IIB Wet LB. Deze premiestaffels voorzagen niet in premiepercentages voor werknemers van 68 jaar en ouder. Dit hield in dat als in de pensioenregeling de mogelijkheid van pensioenopbouw middels een beschikbaar premiepercentage voor werknemers van 68 jaar en ouder was opgenomen, dit percentage individueel berekend zou moeten worden met inachtneming van de rekengrondslagen van artikel 18a, derde lid, Wet LB (tekst 30 juni 2023).

In het verleden is uit pragmatische redenen toegestaan om voor het premiepercentage voor werknemers van 68 jaar en ouder aan te sluiten bij het premiepercentage van de laatste leeftijdsklasse van de premiestaffel. Dit blijkt onder meer uit het inmiddels vervallen V&A 08-052. Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur hoeft aanpassing van de premiepercentages aan de premiestaffels van het aanvullend gewijzigde Staffelbesluit pensioenen pas plaats te vinden aan het einde van de overgangsperiode. Deze overgangsperiode eindigt op het moment dat de pensioenregeling op één of meer (andere) punten wordt aangepast, bijvoorbeeld op de eerstvolgende contractvervaldatum, na het einde van de tariefgarantie, bij de aanpassing van de pensioentoezegging of een aanpassing aan de kaders van de Wtp. De pensioenregeling blijft dan een aangewezen regeling in de zin van artikel 19d Wet LB.

Het bovenstaande geldt ook voor pensioenregelingen met een premieovereenkomst op basis van ten hoogste de kostprijs van een fiscaal aanvaardbaar middelloonpensioen conform bijlage V van het Staffelbesluit pensioenen. De premiepercentages voor werknemers van 68 jaar en ouder hoeven pas aan het einde van de overgangsperiode aangepast te worden naar maximaal de kostprijs van een fiscaal maximaal middelloonpensioen ingaand op 69-jarige, 70-jarige, 71-jarige of 72-jarige leeftijd.

Overigens kan binnen de aanwijzingen van het Staffelbesluit pensioenen er voor gekozen worden om één premiepercentage toe te passen voor de leeftijden 68 tot 72 jaar, mits dit voor elke leeftijd niet leidt tot een premie die hoger is dan de voor de betreffende leeftijd volgens het Staffelbesluit pensioenen toelaatbare premie.

Deel deze pagina