V&A 07-001 Affinanciering ouderdomspensioen op ingangsdatum prepensioen
Publicatiedatum 14-02-2019
Dit V&A 07-001 behandelt de vraag op welke wijze rechten op nog op te bouwen ouderdomspensioen zonder fiscale gevolgen kunnen worden afgefinancierd bij de ingangsdatum van het prepensioen.
Let op!
De inhoud van dit V&A is van toepassing op pensioenaanspraken en pensioenregelingen die vallen onder het overgangsrecht van artikel 38b, eerste lid, respectievelijk van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB). De inhoud van dit V&A is niet van toepassing op aanspraken ingevolge een pensioenregeling die voldoet aan het nieuwe fiscale pensioenkader van de Wet toekomst pensioenen (WTP).
Per 1 juli 2023 is de WTP in werking getreden. Het fiscale pensioenkader, zoals dat gold tot 1 juli 2023 (oude fiscale pensioenkader), blijft van toepassing op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd tot aan het moment dat een pensioenregeling wordt aangepast aan de WTP, mits deze aanspraken niet zijn omgezet in aanspraken ingevolge een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet (PW) of artikel 28 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb). Dit volgt uit artikel 38b, eerste en tweede lid, Wet LB.
Voor de aanpassing van een pensioenregeling aan het nieuwe fiscale en civiele pensioenkader geldt een transitieperiode. Dit is geregeld in artikel 38q Wet LB respectievelijk artikel 220i PW en artikel 214g Wvb. Tijdens de transitieperiode mag pensioenopbouw blijven plaatsvinden met toepassing van het oude fiscale pensioenkader.
Vraag
Op welke wijze kunnen rechten op nog op te bouwen ouderdomspensioen zonder fiscale gevolgen worden afgefinancierd bij de ingangsdatum van het prepensioen?
Antwoord
Uitgangspunt is dat de werknemer op de ingangsdatum van het prepensioen ontslag neemt. Pensioenverzekeraars mogen in dat geval de opbouw van het ouderdomspensioen voor de periode tussen de ingangsdatum van het prepensioen en die van het ouderdomspensioen in één keer affinancieren. De werkgever stort in dat geval een koopsom voor de opbouw. De pensioenregeling wordt hierdoor niet onzuiver.
De pensioenregeling wordt echter onzuiver als:
- de pensioenverzekeraar de opbouw van het ouderdomspensioen over de genoemde periode financiert tijdens de actieve periode van de werknemer en
- de werknemer die gefinancierde hogere rechten bij ontslag meekrijgt als ontslagrechten.
Er is dan sprake van voorfinanciering. De werknemer bouwt in dat geval meer pensioenrechten op dan overeenstemt met zijn diensttijd of met het voor hem geldende maximale opbouwpercentage.
Het standpunt zoals opgenomen in dit V&A was eerder opgenomen in het ingetrokken besluit Affinanciering ouderdomspensioen op ingangsdatum prepensioen (besluit van 31 maart 2000, nr. DB2000/972).