Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 21-005 Verzekeren uitkering pensioenkapitaal aanvullend pensioensparen bij vooroverlijden voor extra partnerpensioen

Dit V&A 21-005 behandelt de vraag of de verzekering van een uitkering van pensioenkapitaal bij vooroverlijden kan worden gecombineerd met partnerpensioen dat op risicobasis is verzekerd.

Let op!  Let op!

De inhoud van dit V&A is van toepassing op pensioenaanspraken en pensioenregelingen die vallen onder het overgangsrecht van artikel 38b, eerste lid, respectievelijk van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB). De inhoud van dit V&A is niet van toepassing op aanspraken ingevolge een pensioenregeling die voldoet aan het nieuwe fiscale pensioenkader van de Wet toekomst pensioenen (WTP).

Per 1 juli 2023 is de WTP in werking getreden. Het fiscale pensioenkader, zoals dat gold tot 1 juli 2023 (oude fiscale pensioenkader), blijft van toepassing op pensioenaanspraken die zijn opgebouwd tot aan het moment dat een pensioenregeling wordt aangepast aan de WTP, mits deze aanspraken niet zijn omgezet in aanspraken ingevolge een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet (PW) of artikel 28 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Wvb). Dit volgt uit artikel 38b, eerste en tweede lid, Wet LB.

Voor de aanpassing van een pensioenregeling aan het nieuwe fiscale en civiele pensioenkader geldt een transitieperiode. Dit is geregeld in artikel 38q Wet LB respectievelijk artikel 220i PW en artikel 214g Wvb. Tijdens de transitieperiode mag pensioenopbouw blijven plaatsvinden met toepassing van het oude fiscale pensioenkader.

Vraag

De pensioenregeling van een werkgever bevat naast de basisregeling de mogelijkheid om voor eigen rekening deel te nemen aan een regeling voor aanvullend pensioensparen. De basisregeling voorziet in een op risicobasis verzekerd partnerpensioen bij overlijden van de werknemer vóór de pensioendatum.

De regeling voor aanvullend pensioensparen biedt de mogelijkheid om een uitkering bij vooroverlijden van de werknemer ter grootte van 90% van het belegd pensioenkapitaal te verzekeren (restitutiekapitaal). De partner kan daar (aanvullend) partnerpensioen voor aankopen.

Kan deze verzekering van het restitutiekapitaal bij vooroverlijden worden gecombineerd met het reeds in de basisregeling op risicobasis verzekerde partnerpensioen?

Antwoord

Als de basisregeling al voorziet in een (al dan niet op risicobasis verzekerd) fiscaal maximaal partnerpensioen, is het fiscaal niet mogelijk om in de aanvullende regeling nog een uitkering van pensioenkapitaal bij vooroverlijden voor de aankoop van aanvullend partnerpensioen te verzekeren. De fiscale ruimte voor het partnerpensioen is dan immers al volledig benut in de basisregeling.

De absolute begrenzing van het partnerpensioen op 70% van het laatstgenoten loon is per 1 januari 2017 vervallen. Dit biedt in deze situatie echter geen fiscale ruimte voor het toezeggen van extra partnerpensioen. Door het vervallen van deze 70%-begrenzing, kan het partnerpensioen weliswaar hoger uitkomen dan de genoemde 70% maar alleen als gevolg van:

  • een lange arbeidzame periode waarover aanspraken worden toegekend, of
  • onderlinge ruil van pensioensoorten.

Het toezeggen en meeverzekeren van het 90%-restitutiekapitaal voor de aankoop van aanvullend partnerpensioen is evenwel geen vorm van ruil. Het meeverzekeren van het restitutiekapitaal vormt in de hiervoor beschreven situatie een oververzekering die leidt tot het toezeggen van een te hoog partnerpensioen. De oververzekering bestaat eruit dat bij overlijden van de werknemer voor de pensioendatum het totaal van het uit het restitutiekapitaal aan te kopen partnerpensioen tezamen met het in de basisregeling verzekerde partnerpensioen hoger uitkomt dan het fiscaal toegestane partnerpensioen. Als voorzienbaar is dat deze voor het partnerpensioen geldende maxima door de eventuele uitkering(en) bij vooroverlijden zullen worden overschreden, is het niet toegestaan uitkeringen van die hoogte toe te zeggen en mee te verzekeren. Er is in deze situatie immers geen sprake van ruil en/of van een uitzonderlijk geval van restbegunstiging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, onderdeel a, Wet LB (zie V&A 08-038).

Let op!  Let op!

De uitkering van het restitutiekapitaal mag wel worden meeverzekerd voor de aankoop van (aanvullend) partnerpensioen voor zover de fiscale begrenzing op basis van diensttijd, loon, toepassing van de juiste franchise en maximaal fiscaal toegestaan opbouwpercentage, eventueel aangevuld met een fiscaal acceptabele indexatie, nog niet is bereikt. Oververzekering kan dan worden voorkomen door de werkgever of de pensioenverzekeraar als begunstigde op te nemen voor zover het restitutiekapitaal bij overlijden meer bedraagt dan de koopsom voor een fiscaal maximaal aanvullend partnerpensioen (zie ook V&A 08-038).

Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing voor het toezeggen en meeverzekeren van de uitkering van het restitutiekapitaal ten behoeve van een aanvullend wezenpensioen.

Deel deze pagina

Op deze pagina