Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

V&A 24-007 Eventtoets voor pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór overgang naar WTP-regime

Dit V&A 24-007 behandelt de vraag of de eventtoets in stand blijft voor pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór de overgang naar het WTP-regime. Meer specifiek benoemt dit V&A de situaties waarin de eventtoets wel en niet wordt toegepast.

Inleiding

In onderdeel 6 en bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen, wordt voor regelingen die nog gebruik maken van het overgangsrecht van artikel 38q van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB), voor de berekening van de beschikbare premie een lagere rekenrente toegestaan dan de wettelijke rekenrente van 4% van artikel 18a, derde lid, onderdeel c, Wet LB (tekst 30 juni 2023). Het hanteren van deze lagere rente is gebonden aan de voorwaarden zoals genoemd in de betreffende bijlagen. Eén van de voorwaarden is dat de zogenoemde ‘eventtoets’ toegepast moet worden (zie voorwaarde e van bijlage IV en voorwaarde d van bijlage V).

Met de eventtoets wordt getoetst of de pensioenuitkering zowel per jaar als in totaal niet uitgaat boven een middelloonpensioen binnen de kaders van hoofdstuk IIB Wet LB (tekst tot 1 juli 2023) in combinatie met artikel 38q Wet LB (tekst vanaf 1 juli 2023). De toetsing vindt plaats op het moment waarop de in de regeling opgebouwde waarde het regime van bijlage IV of V van het Staffelbesluit pensioenen geheel of gedeeltelijk verlaat, maar uiterlijk op pensioeningangsdatum.

Vraag

Blijft de eventtoets van bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen, van toepassing op pensioenaanspraken die vóór de overgang naar het regime van de Wet toekomst pensioenen (WTP) zijn opgebouwd met toepassing van onderdeel 6 en bijlagen IV en V van het Staffelbesluit pensioenen (of één van de voorgaande besluiten)?

Antwoord

Ja, de fiscale begrenzingen en voorwaarden zoals die voor invoering van de WTP golden (waaronder de eventtoets), blijven op grond van het algemene fiscale overgangsrecht van artikel 38b, eerste lid, Wet LB van toepassing voor alle pensioenaanspraken die vóór de overgang naar het WTP-regime zijn opgebouwd en die (nog) niet zijn omgezet (‘ingevaren’) naar het regime van de WTP.

De eventtoets vervalt wanneer de eerder opgebouwde aanspraken zijn omgezet in aanspraken ingevolge een premieovereenkomst als bedoeld in artikel 10 van de Pensioenwet of artikel 28 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Dit is geregeld in artikel 38b, tweede lid, Wet LB.

Onderbouwing

Tijdens de parlementaire behandeling van de WTP (voetnoot1) is dit aan de hand van de volgende situaties nader uitgewerkt:

  1. toepassing van de eventtoets totdat het nieuwe fiscale pensioenstelsel van toepassing wordt;
  2. toepassing van de eventtoets wanneer het opgebouwde pensioenkapitaal wordt ingevaren in een pensioencontract volgens het nieuwe pensioenstelsel;
  3.  toepassing van de eventtoets wanneer het opgebouwde pensioenkapitaal niet wordt ingevaren in een pensioencontract volgens het nieuwe stelsel;
  4. toepassing van de eventtoets, wanneer aan een pensioenkapitaal dat is opgebouwd met toepassing van het huidige fiscale stelsel, premies worden toegevoegd conform het nieuwe fiscale stelsel.

Op de vraag of in de hiervoor genoemde situaties het opgebouwde pensioenkapitaal expliciet moet worden ingevaren dan wel of dat ‘stilzwijgend kan worden aangenomen is door de regering respectievelijk als volgt antwoord gegeven:

  1. de eventtoets blijft van toepassing op het opgebouwde pensioenkapitaal;
  2. de eventtoets is niet langer van toepassing op het opgebouwde pensioenkapitaal;
  3. de eventtoets blijft van toepassing op het opgebouwde pensioenkapitaal;
  4. de werkgever moet in het transitieplan schriftelijk vastleggen hoe wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten. Van stilzwijgend invaren kan dus geen sprake zijn. Wordt het opgebouwde pensioenkapitaal ingevaren, dan vervalt de eventtoets. De eventtoets blijft echter in stand, als het opgebouwde pensioenkapitaal niet wordt ingevaren.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat van omzetten in de zin van artikel 38b, tweede lid, Wet LB ook sprake is, wanneer een werkgever in het transitieplan aangeeft, dat na overgang naar het WTP-regime ook de regels van de WTP van toepassing zijn op pensioenaanspraken die onder het oude regime zijn opgebouwd. Op deze wijze kan de bestaande polis (eventueel inclusief restitutiebepaling) in stand blijven en toch worden omgezet naar het nieuwe fiscale pensioenstelsel.

Voetnoten

(voetnoot1, terug naar tekst ) Zie ook Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 36 067, nr. 7, p. 113 en 114

 

Deel deze pagina