Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 05-053 Omzetting levenslooptegoed in pensioen en gevolgen voor de lijfrenteaftrek d.d. 111213

Belangrijk!  Vervallen

Deze versie van het V&A is vervangen door V&A 05-053 d.d. 1 november 2021.

Dit V&A 05-053 behandelt de vraag of een omzetting van levenslooptegoed in aanspraken ingevolge een pensioenregeling gevolgen heeft voor de genoten lijfrenteaftrek.

Vraag

Artikel 19g, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (tekst 2011) en artikel 5.8, zesde lid, van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (tekst 2011) maken het mogelijk om het levenslooptegoed, binnen de grenzen van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964, om te zetten in pensioenaanspraken. Heeft een dergelijke omzetting van levenslooptegoed in aanspraken ingevolge een pensioenregeling gevolgen voor de genoten lijfrenteaftrek?

Antwoord

Indien zich een situatie voordoet als omschreven in artikel 3.133, tweede lid, onderdeel k, van de Wet inkomstenbelasting 2001, worden de premies die voor de lijfrente of periodieke uitkeringen als bedoeld in artikel 3.124, van die wet in aftrek zijn gebracht als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking genomen. Een situatie als bedoeld in artikel 3.133, tweede lid, onderdeel k, van de Wet inkomstenbelasting 2001, doet zich voor indien een pensioentekort, waarvoor premies voor lijfrenten in aanmerking zijn genomen op de voet van artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001, nadien wordt gecompenseerd door de storting vanuit het levenslooptegoed.

Let op!  Let op!

Met ingang van 1 januari 2021 is de tekst van artikel 39d Wet LB aangepast. Op 1 november 2021 wordt de waarde in het economisch verkeer van de dan nog aanwezige levensloopaanspraak, zonder toepassing van de standaardloonheffingskorting, als loon uit tegenwoordige arbeid van de (gewezen) werknemer in de loonheffing betrokken. Indien de betreffende (gewezen) werknemer aan het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt, wordt de aanspraak echter aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De uitvoerder van de levensloopregeling wordt ter zake van dat loon als inhoudingsplichtige aangemerkt.

Deel deze pagina

Op deze pagina