Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Vervallen V&A 05-057 Opbouwen levensloopvoorziening in kalenderjaar waarin levensloopverlof wordt opgenomen d.d. 171117

Belangrijk!  Vervallen

Deze versie van het V&A is vervangen door V&A 05-057 d.d. 1 november 2021.

Dit V&A 05-057 behandelt de vraag of de opbouw van een aanspraak ingevolge een levensloopregeling mag worden voortgezet in het jaar waarin levensloopverlof wordt opgenomen.

Vraag

Mag in het jaar waarin levensloopverlof wordt opgenomen de opbouw van een aanspraak ingevolge een levensloopregeling worden voortgezet?

Antwoord

Ja, als levensloopverlof wordt opgenomen, worden de ontvangen uitkeringen in aanmerking genomen als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking dan wel loon uit vroegere dienstbetrekking ingeval van een werknemer van 61 jaar of ouder. Over dit loon kunnen overeenkomstig artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964 en artikel 5.6 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (tekst 2011) inhoudingen ingevolge een levensloopregeling plaatsvinden.

Tevens geldt ook in deze situatie dat de jaargrens van 12% en de bovengrens van 210% aan het begin van het kalenderjaar niet overschreden mag worden.

Zie voor het opbouwen van de levensloopvoorziening in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin levensloopverlof is opgenomen Vraag en Antwoord 05-058.

Let op!  Let op!

Met ingang van 1 januari 2021 is de tekst van artikel 39d Wet LB aangepast. Op 1 november 2021 wordt de waarde in het economisch verkeer van de dan nog aanwezige levensloopaanspraak, zonder toepassing van de standaardloonheffingskorting, als loon uit tegenwoordige arbeid van de (gewezen) werknemer in de loonheffing betrokken. Indien de betreffende (gewezen) werknemer aan het begin van het kalenderjaar de leeftijd van 61 jaar heeft bereikt, wordt de aanspraak echter aangemerkt als loon uit vroegere dienstbetrekking. De uitvoerder van de levensloopregeling wordt ter zake van dat loon als inhoudingsplichtige aangemerkt.

Deel deze pagina