Vervallen V&A 08-094 Ruil van prepensioen d.d. 171115
Vervallen
Deze versie van het Vraag & Antwoord is vervangen door Vraag & Antwoord 08-094 d.d. 17 december 2015.
Vraag
In artikel 38a, zevende lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB) (tekst 2004) is geregeld dat een prepensioen door de overeenkomstige toepassing van artikel 18d Wet LB niet meer kan bedragen dan 100% van het pensioengevend loon. Deze grens kan bij de ruil van ouderdoms- of partnerpensioen voor een hoger prepensioen dus niet worden overschreden.
Gelden bij de ruil van prepensioen naar ouderdoms- of partnerpensioen fiscale grenzen die niet overschreden mogen worden?
Antwoord
Het antwoord hangt af van het soort pensioen waarvoor het prepensioen wordt geruild. Bij ruil van prepensioen naar een hoger ouderdomspensioen zijn er geen grenzen, omdat bij een dergelijke omzetting de fiscale maxima voor het ouderdomspensioen door de overeenkomstige toepassing van artikel 18d, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet LB en ook op grond van artikel 38d, derde lid, Wet LB mogen worden overschreden. Bij uitruil van prepensioen naar een hoger partnerpensioen geldt de in artikel 18d, tweede lid, Wet LB genoemde grens van 70% van het pensioengevend loon (incl. AOW). Indien prepensioen wordt geruild voor een hoger wezenpensioen geldt de in artikel 18d, tweede lid, Wet LB aangegeven grens van 14% of 28% van het pensioengevend loon (incl. AOW).
Let op!
Met het invoeren van de Wet VPL is er een einde gekomen aan de mogelijkheden om een prepensioen op te bouwen. Op grond van artikel 38b Wet LB blijft artikel 38a Wet LB (tekst 2004) van toepassing voor eerder opgebouwde aanspraken op prepensioen. Bij het invoeren van de Wet VPL is in artikel 38d Wet LB specifiek overgangsrecht opgenomen voor de eerder opgebouwde prepensioenaanspraken. Dit overgangsrecht biedt de mogelijkheid om de opgebouwde prepensioenaanspraken ineens om te zetten in een aanspraak op ouderdomspensioen. Artikel 38d, derde lid, Wet LB bepaalt dat de fiscale maxima voor een ouderdomspensioen overschreden mogen worden voor zover dat het gevolg is van het omzetten van een op 31 december 2005 bestaande prepensioenaanspraak.
Een Vraag en Antwoord van vergelijkbare strekking was eerder opgenomen in onderdeel 14 van het vervallen besluit CPP2004/244M (besluit van 8 juli 2004).