Vervallen Besluit Overdracht van pensioenkapitaal aan een pensioenfonds van een internationale organisatie (Besluit van 22 januari 2004, nr. CPP2003/200M)
Publicatiedatum 22-01-2004
Vervallen
Dit besluit is ingetrokken in het besluit van 31 januari 2008 nr. CPP2007/98M.
Overdracht van pensioenkapitaal aan een pensioenfonds van een internationale organisatie
Besluit van 22 januari 2004,
nr. CPP2003/200M
De Directeur-Generaal Belastingdienst heeft namens de Staatssecretaris van Financiën het volgende besloten.
1. Inleiding
Er hebben mij diverse verzoeken bereikt waarin verzocht wordt om een overdracht van pensioenkapitaal naar een buitenlands pensioenfonds van een internationale organisatie. In dit besluit zal ik toelichten hoe en onder welke voorwaarden overdracht van pensioenkapitaal mogelijk is.
Het besluit heeft betrekking op overdrachten van pensioenkapitaal van werknemers van internationale organisaties. Het besluit is alleen van toepassing als ook voor toepassing van de Pensioen- en spaarfondsenwet (hierna: PSW) overdracht van pensioenkapitaal mogelijk is. Hiervoor wordt verwezen naar het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 april 1999, nr. SV/VP/99/16 038, Stcrt. 1999, nr. 78 (overdracht pensioenkapitaal naar internationale organisaties). Het besluit van 16 juli 2002, nr. CPP2002/192M ziet, gezien de specifieke situatie, niet op overdrachten van pensioenkapitaal van werknemers van internationale organisaties.
Dit besluit laat onverlet het besluit van 20 december 2000, nr. CPP2000/3178M (overdracht van pensioenkapitaal aan EU.ECB bij indiensttreding).
De voorzitter Raad van Bestuur Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft mij meegedeeld dat de inhoud van dit besluit ook van toepassing is voor de premieheffing werknemersverzekeringen.
2. Aanwijzing als verzekeraar bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB
In artikel 19b, tweede lid Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) is de mogelijkheid geschapen om pensioenkapitaal belastingvrij over te dragen aan een (buitenlands) pensioenfonds of lichaam als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB. De pensioenverzekeraar moet zich dan laten aanwijzen. De bevoegdheid tot het aanwijzen als verzekeraar bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB berust bij mij.
3. Overdracht op basis van artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB
Artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB, maakt overdrachten van pensioenkapitaal naar een niet in Nederland gevestigd pensioenfonds of lichaam dat het verzekeringsbedrijf uitoefent, onder voorwaarden ook mogelijk indien daarmee in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking buiten Nederland pensioenaanspraken worden verworven. Het gaat dan om overdrachten naar een fonds of een lichaam, anders dan bedoeld in artikel 19a, eerste lid, onderdeel f, van de Wet LB. De voorwaarden zijn te vinden in het besluit van 16 juli 2002, nr. CPP2002/192M (overdracht van pensioenkapitaal door een toegelaten verzekeraar aan een niet-toegelaten buitenlandse verzekeraar).
Aanvaardt men een dienstbetrekking bij een internationale organisatie, dan brengt dat niet altijd met zich mee dat men ook buiten Nederland een dienstbetrekking aanvaardt, bijvoorbeeld als men gaat werken voor een in Nederland gevestigde internationale organisatie. Daarmee is in die situaties een overdracht op basis van artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB niet mogelijk. Gelet op de wenselijkheid van bevordering van mobiliteit van werknemers ben ik van oordeel dat er aanleiding bestaat artikel 19b van de Wet LB te wijzigen en uit te breiden voor overdrachten van pensioenkapitaal naar een buitenlands pensioenfonds van een internationale organisatie. Vooruitlopend op de te verwachten wetswijziging geef ik hieronder – in aansluiting op het besluit van 16 juli 2002, nr. CPP2002/192M – aan onder welke voorwaarden een belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal naar een pensioenfonds van een internationale organisatie, mogelijk is. Het besluit van 16 juli 2002, nr. CPP2002/192M is bij deze overdrachten, gezien de specifieke situatie bij internationale organisaties, niet van toepassing.
Een ingevolge de Wet LB toegestane overdracht van pensioenkapitaal aan een buitenlandse verzekeraar laat onverlet dat de werknemer (hierna te noemen: belanghebbende) vanwege het einde van zijn binnenlandse belastingplicht of de overdracht van het pensioenkapitaal door middel van conserverende aanslagen in de inkomstenbelasting kan worden betrokken op grond van artikel 3.83, eerste of tweede lid, of artikel 7.2, achtste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Vanwege het feit dat de verzekeraar die de pensioenaanspraak op grond van artikel 19b, vierde lid, van de Wet LB overdraagt op grond van artikel 44b van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk is voor de belasting en de revisierente die op grond van de bedoelde conserverende aanslagen verschuldigd zijn of verschuldigd worden, heb ik in onderdeel 3.2. van dit besluit voorwaarden geformuleerd voor een verklaring van de ontvanger waarin wordt afgezien van het aansprakelijk stellen van de verzekeraar. Op deze wijze behoeft artikel 44b van de Invorderingswet niet in de weg te staan aan de overdracht van het pensioenkapitaal door een toegelaten verzekeraar aan een buitenlandse verzekeraar.
Onderdeel 4 van dit besluit regelt de bevoegdheid tot afhandeling van verzoeken van belanghebbenden om toepassing van dit besluit.
3.1. Voorwaarden voor belastingvrije overdracht van pensioenkapitaal op basis van artikel 19, vierde lid van de Wet LB
De overdracht van pensioenkapitaal naar een internationale organisatie in het kader van de aanvaarding van een dienstbetrekking bij een internationale organisatie kan voor de heffing van de loonbelasting belastingvrij geschieden indien is of wordt voldaan aan alle hiernavolgende voorwaarden:
- De voor belanghebbende bevoegde inspecteur gaat akkoord met de hoogte van het over te dragen kapitaal.
- Het pensioenkapitaal wordt rechtstreeks en in zijn geheel overgedragen aan het pensioenfonds van de internationale organisatie.
- Voor toepassing van de PSW is op basis van het besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 21 april 1999, nr. SV/VP/99/16 038, Stcrt. 1999, nr. 78 de overdracht van het pensioenkapitaal mogelijk.
- Belanghebbende maakt aannemelijk dat bij de internationale organisatie een substantiële dienstbetrekking is aanvaard. Een dienstbetrekking wordt in ieder geval substantieel geacht indien deze voor een termijn van vijf jaar is aangegaan.
- Belanghebbende overlegt een verklaring van de internationale organisatie, waaruit blijkt dat het pensioenkapitaal wordt ingebracht in de pensioenaanspraak van de internationale organisatie.
- Belanghebbende overlegt een verklaring van het pensioenfonds van de internationale organisatie waarin wordt aangetoond dat sprake zal zijn van een substantieel pensioentekort voor het geval het pensioenkapitaal niet wordt overgedragen. De overdracht moet geschieden ter voorkoming van pensioenbreuk.
- Indien sprake is van (voorgenomen) emigratie verstrekt belanghebbende gegevens waaruit de nieuwe woonplaats blijkt.
- Ter zake van de overdracht wordt geen enkele aftrek op het inkomen van belanghebbende en/of van zijn partner toegepast.
- Ook na de overdracht wordt de overgedragen pensioenaanspraak geacht een (zuivere) pensioenaanspraak in de zin van hoofdstuk IIB van de Wet LB te blijven.
3.2. Verklaring van ontvanger
Indien is voldaan aan de voorwaarden van onderdeel 3.1 van dit besluit, kan de ontvanger op verzoek van de overdragende verzekeraar aan deze een verklaring doen toekomen. Daarin deelt de ontvanger de verzekeraar mede dat hij onherroepelijk afziet van het inroepen van de aansprakelijkheid van de verzekeraar op grond van artikel 44b van de Invorderingswet 1990 voor de door belanghebbende verschuldigde belasting en revisierente als gevolg van toepassing van artikel 3.83, eerste of tweede lid, of artikel 7.2, achtste lid, van de Wet IB 2001, alsmede artikel 30i van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
De ontvanger geeft de bedoelde verklaring af nadat is voldaan aan één van de navolgende voorwaarden:
- de belanghebbende heeft jegens de bevoegde ontvanger een in Nederland uitwinbare zekerheid gesteld in de vorm van een bankgarantie of borgstelling die, of een hypotheek- of pandrecht dat, toereikend is voor de invordering van de inkomstenbelasting en de revisierente die zijn of worden verschuldigd door toepassing van artikel 3.83, eerste of tweede lid, of artikel 7.2, achtste lid, van de wet IB 2001 en artikel 30i van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; of
- het pensioenfonds van de internationale organisatie heeft jegens de bevoegde ontvanger een in Nederland uitwinbare zekerheid gesteld in de vorm van een bankgarantie of borgstelling die, of een hypotheek- of pandrecht dat, toereikend is voor de invordering van de inkomstenbelasting en de revisierente die zijn of worden verschuldigd door toepassing van de onder 1 genoemde wettelijke bepalingen; of
- de internationale organisatie heeft zich jegens de bevoegde ontvanger ten behoeve van haar werknemers borg gesteld voor de voldoening van alle bestaande en toekomstige betalingsverplichtingen als gevolg van de toepassing van artikel 3.83, eerste of tweede lid, of artikel 7.2, achtste lid, van de Wet IB 2001, alsmede artikel 30i van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
4. Bevoegdheid
De bevoegdheid tot het verlenen van toestemming voor een belastingvrije overdracht als bedoeld in onderdeel 3.1 van dit besluit en tot het afgeven van de verklaring als bedoeld in onderdeel 3.2, van dit besluit berust bij de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Limburg/kantoor Buitenland te Heerlen.
5. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 januari 2004.